Nieuwsgierig naar wat de schoolweging precies inhoudt en hoe je deze kunt gebruiken om het onderwijs op jouw school te verbeteren? In deze blog leg ik uit wat de schoolweging en spreiding betekenen en hoe je deze gegevens kunt inzetten om onderbouwde keuzes te maken voor jouw leerlingpopulatie. En, zoals je van mij gewend bent: met een duidelijke vertaalslag naar de praktijk, zodat je weet wat je ermee kunt doen.
Wat is een onderwijsachterstand eigenlijk
De schoolweging is door het CBS ontwikkeld om te bepalen welke leerlingen een verhoogd risico hebben op een onderwijsachterstand. Maar wanneer spreek je eigenlijk van een onderwijsachterstand?
Volgens Kloprugge en De Wit (2015) ontstaat een onderwijsachterstand als een leerling door een ongunstige economische, sociale of culturele omgeving slechter presteert op school dan je op basis van hun potentie zou mogen verwachten. Met andere woorden: hun omgeving belemmert hun ontwikkeling, en dat zie je terug in de schoolresultaten.
De schoolweging kijkt daarom naar vijf omgevingskenmerken:
- Opleidingsniveau van de ouders.
- Land van herkomst van de ouders.
- Of ouders in de schuldsanering zitten.
- Verblijfsduur van de moeder in Nederland.
- Het gemiddelde opleidingsniveau van moeders op school.
Door deze kenmerken mee te nemen, geeft de schoolweging een completer beeld van de achtergrond van de leerlingpopulatie. Veel uitgebreider dan de oude ‘gewichtenregeling’ die alleen naar het opleidingsniveau van de ouders keek.
Wat zegt de schoolweging over jouw school?
Een schoolweging geeft inzicht in hoe complex jouw leerlingpopulatie is:
- Lage schoolweging: Minder complexe populatie → Hogere resultaten te verwachten.
- Hoge schoolweging: Meer complexe populatie → Moeilijker om hoge resultaten te halen.
Maar let op! Het is precies andersom dan je zou denken: een lage schoolweging hoort bij hoge resultaten en een hoge schoolweging bij lagere resultaten. Dit komt doordat een lage schoolweging aangeeft dat de leerlingen uit een stimulerende omgeving komen, terwijl een hoge schoolweging juist betekent dat meer leerlingen uit een minder stimulerende omgeving komen.
Wat ik vaak zie in de praktijk, is dat de uitleg over de schoolweging en spreiding ontbreekt, waardoor het team niet altijd begrijpt wat deze cijfers precies betekenen. Hierdoor worden verwachtingen en ambities soms niet goed afgestemd op de leerlingpopulatie.
Wat is spreiding en wat kun je ermee?
Het spreidingsgetal vertelt hoe homogeen of heterogeen de omgevingskenmerken van jouw schoolpopulatie zijn.
- Hoge spreiding: Veel verschillen tussen leerlingen → Meer diversiteit in ondersteuningsbehoeften.
- Lage spreiding: Minder verschillen tussen leerlingen → Meer uniformiteit in ondersteuningsbehoeften.
Dit getal (spreiding kan tussen de 3 en de 9 zitten) geeft je dus inzicht in hoe ‘gemengd’ de populatie is. Het blijft belangrijk om deze gegevens te koppelen aan de dagelijkse praktijk in de klas. Ga daarom altijd in gesprek met het team om de cijfers te toetsen aan de ervaringen.
Praktisch aan de slag met schoolweging en spreiding
Nu je weet wat de schoolweging en spreiding betekenen, is het tijd om ze praktisch te gebruiken.
Volg deze stappen om overzicht en inzicht te krijgen in jouw schoolpopulatie:
- Download de nieuwste gegevens van de onderwijsinspectie.
- Vergelijk het driejaarsgemiddelde met het vorige driejaarsgemiddelde (Tip: Vul bij het zoekicoontje het BRIN-nummer van jouw school in.)
- Vergelijk het spreidingsgetal en de schoolweging met dat van de afgelopen twee schooljaren.Wat valt je op?
- Ga in gesprek met het team: Wat zien we in de praktijk? Kloppen de cijfers met wat we dagelijks ervaren?
- Check de schoolambities/doelen: Sluiten deze nog aan bij de verwachte resultaten van jullie populatie?
- Breid het zicht uit: Combineer de schoolweging en spreiding met data over zorgzwaarte en extra ondersteuning.
???? Tip: Door deze cijfers te combineren met de ondersteuningsbehoeften van leerlingen, krijg je een compleet beeld van je schoolpopulatie.
Belangrijk om te onthouden:
- De schoolweging en spreiding geven een eerste indicatie, maar het echte verhaal haal je uit gesprekken met het team.
- Maak de schoolweging bespreekbaar in het team en koppel de cijfers aan de praktijkervaringen.
- Combineer de data met zorgzwaarte en ondersteuningsbehoeften voor een compleet beeld.
Wil je écht grip op jullie specifieke leerlingpopulatie?
De schoolweging en spreiding geven een goed startpunt, maar om écht effectieve ondersteuning te bieden, moet je verder kijken. In mijn online programma ‘Zicht op leerlingen met extra ondersteuning’ leer je hoe je de zorgzwaarte per groep en leerling in kaart brengt. Zo krijg je precies inzicht in jullie specifieke leerlingpopulatie – een onmisbare aanvulling op de schoolweging en spreiding.
Met praktische tools en formats maak je eenvoudig de vertaalslag naar passende ondersteuning, afgestemd op jouw school. Geen giswerk meer, maar onderbouwde keuzes op basis van feiten en cijfers.
???? Wil je hier ook mee aan de slag? Bekijk het programma en werk met meer rust, overzicht en regie!